Oilily wil opnieuw een lifestylebrand worden met een uigebreid productenassortiment, zoals het eens was. Zo zal het label opnieuw een dameslijn lanceren in 2011, deze keer los van de kindercollectie.
Het Nederlandse kledinglabel Oilily werd begin 2009 na zo’n 40 jaar in de modesector, failliet verklaard. Enkele maanden later werd de merknaam teruggekocht door de oprichtersfamilie Olsthoorn, die het merk in 1966 oprichtte, het in 2003 verkocht en het nu opnieuw groot wil maken. “De plannen zijn ingegeven door het succes van de het kleurrijke stippenservies van Oilily voor Douwe Egberts, het op één na beste servies van Douwe Egberts. Het heeft ons doen beseffen dat er met name in het homesegment veel mogelijkheden voor marktextensies zijn”, zegt marketingdirecteur Gijs de Kogel. Het merk denkt dan ook aan producten voor de kinderkamer zoals meubels, behang en linnengoed. Ander succes oogstte het merk op afgelopen Kleine Fabriek in Amsterdam. Volgens de Kogel kon de herintroductie van de kindermodelijn op veel enthousiasme rekenen en kregen ze “droomreacties” op de nieuwe “Children’s Classic Collection”.
Die wintercollectie waarmee Oilily zijn comeback inzet is geïnspireerd op de avontuurlijke leefwereld van het zigeunerbestaan. Voor meisjes zijn er frivole zigeunerjurkjes en- rokken, vrolijke printen met natuurelementen en bloemen zoals een roos. De collectie baadt in een folkloristische sfeer. Voor jongens betekent die zigeunerstijl een stoere stijl waarin auto’s, moto’s en caravans een belangrijke plaats krijgen.
De productie en distributie van de Oilily kinderlijn is ondergebracht bij Room Seven, het succesvolle kinderkledingmerk van Brechtje Olsthoorn, de dochters van de oprichters van Oilily. Oprichters Willem en Marieke Olsthoorn kochten het merk terug en houden zich er nu opnieuw zijdelings mee bezig. Zoon Geert Olsthoorn is algemeen directeur bij Oilily. Naar verwachting zou de kindermode in het najaar van 2010 opnieuw in 50 tot 100 winkels in Nederland verkocht worden. De collectie werd ook ingekocht door kopers uit Azië en de VS. Room seven komt bij deze een stapje dichter bij haar doelstelling Oilily kindermode fors uit te breiden.
De zaakvoerders hebben een gerust hart. Een nieuwe fiasco zien ze niet meer mogelijk aangezien het faillissement uitvoerig geanalyseerd is en de nodige veranderingen doorgevoerd zijn. De Kogel zegt: “Ik denk dat het misgegaan is toen Oilily de damesmodelijn zijn prioriteit heeft gemaakt. Er werd kindermode gemaakt die qua kleur en vorm een destillaat was van de vrouwenmode, terwijl dat tegen de merkwaarden van Oilily ingaat.” De zaakvoerders gaan de kinder- en damescollecties nu als twee aparte lijnen beschouwen, met ieder hun specialismen. Momenteel is het merk op zoek naar partners voor de productie en distributie van de merkextensies. Voor de andere markextensies zal er met specialisten uit diverse sectoren worden samengewerkt. Het bedrijf zal minder risico’s lopen doordat licentiehouders een deel van de omzet afdragen. De Kogel geeft aan dat ze “niet veronderstellen alles zélf te kunnen en moeten doen.”
Oilily werd in 1966 door Mariek Oltshoorn, studente grafische print, gestart als antwoord op de monotome, saaie en fantasieloze kinderkleding die de markt toen domineerde. Met de verrassende en gedurfde prints wist Oilily het kind in ieder van ons op te wekken.
Bij Oilily zien ze de toekomst alvast rooskleurig in. Roos met witte stippen, zoals we Oilily kennen. En met die print zal Oilily nog wel enkele jaren kunnen rekenen op het jeugdsentiment van ook de volwassen vrouwen, want we hebben in deze tijden van crisis niet minder nood aan uitbundige mode die creativiteit en apartheid botviert.
